Drivers news

Charles Zwolsman, van Le Mans naar de Supercar Challenge

10:02 26-10-2021

Het startveld van de Supercar Challenge was tijdens het DTM-weekend in Assen weer bomvol sterke en bekende rijders. Met Nicky Catsburg en Rudy van Buren deden er rijders mee die bij de meeste raceliefhebbers wel een belletje doen rinkelen. Tegenwoordig wellicht iets minder bekend, maar daarom zeker niet minder verrassend, is de deelname van Charles Zwolsman. Voor de ex-Champ Car-rijder en top 10-finisher in le Mans was de deelname een hele speciale. Het was namelijk voor het eerst in twaalf jaar dat Charles tijdens een race weer achter het stuur van een raceauto zat. Dat deed hij, met een 2e en 3e positie in de Supersport 1 divisie, zeker niet onverdienstelijk. Een comeback om trots op te zijn dus, terwijl de aanloop naar het raceweekend een hele bijzondere was. De samenwerking met Albert Jochems was cruciaal om dit mogelijk te maken.

“Ik ben iets meer dan twee jaar terug begonnen als instructeur van Albert Jochems, met een racecursus bij Cool Driving Events. Hij is daar toen met een hele oude BMW begonnen met racen. Voordat ik hem daar ontmoette was ik hem in Spa tegengekomen bij een incentive met klanten van zijn bedrijf. In Spa heeft hij zo zijn eerste echte meters op het circuit gemaakt. Dat beviel hem zo goed dat hij die racecursus met mij is gaan doen. Vanuit daar is voor hem de droom ontstaan om echt coureur te worden. Het is iemand die heel gedreven is en hoge doelen stelt. Ik zit daar sinds de start van zijn racecarrière naast en geef hem de handvaten om er meer uit te halen. Zodoende is Albert dit jaar begonnen met het racen in de VRM BMW M2 Cup. Maar dat is niet het enige, hij heeft ook een McLaren 570S GT4 gekocht bij Equipe Verschuur.

Daar zijn we samen al een paar keer mee gaan rijden. Voor hem is het een droom om ook met die auto te gaan racen, daar bouwt hij naartoe. Nu rijdt hij dus nog niet met de McLaren, maar hij heeft die auto al wel. Hij gaf mij toen de kans om de auto tijdens de Supercar Challenge races op Spa, tijdens de Spa Euro Race, te besturen. Door de hevige overstromingen als gevolg van de extreme regenbui ging die race helaas niet door. Na nog een paar races vanaf de zijlijn te hebben toegekeken mocht ik tijdens het DTM-weekend in Assen dan eindelijk toch instappen in de McLaren. Albert heeft mijn deelname dus echt mogelijk gemaakt.”

Vanwege zijn drukke bezigheden met Albert zou je haast vergeten dat Charles er al een imposante racecarrière op heeft zitten. Sterker nog, zijn laatste race voordat hij in de Supercar Challenge reed was met een Audi LMP1.

“Mijn laatste autorace voordat ik in de Supercar Challenge meedeed was in het European Le Mans Championship met een Audi LMP1, gerund door het team van Colin Kolles. Ik heb toen ook de 24 uur van Le Mans gereden. Ik werd zevende samen met André Lotterer. De tijden zijn veranderd, dat kun je wel zeggen. Gelukkig blijft het spelletje van het racen hetzelfde. Als sportman heb je vooraf een klein beetje twijfel of je het nog kan, maar als je eenmaal aan zo’n weekend begint doe je eigenlijk wat je de jaren ervoor ook hebt gedaan. Ik ben van mijn elfde tot mijn 32e altijd met mijn carrière in de autosport bezig geweest, dus het racen zit er natuurlijk nog wel gewoon in.

De races in de Supercar Challenge gingen ook echt goed. Ik begon de eerste race vanaf plek 5 en kon bij de start twee mensen pakken. Uiteindelijk werd ik tweede en heb ik, ondanks de langere safetycarperiode, een hele mooie race kunnen rijden.”

“Ik was elf jaar oud toen ik met racen begon in de karts. Dat ging best goed. Het gevolg daarvan was dat ik stappen ging maken. Uiteindelijk ging ik nationale kampioenschappen rijden, Europese en Wereldkampioenschappen en ook daar deed ik bovenin mee. Zo rolde ik eigenlijk de autosport in. Mijn eerste jaar in de autosport heb ik gedaan in het Duitse Formule Ford-kampioenschap. Dit was perfect voor mijn internationale autosportambities. Ik leerde hier enorm veel, zeker omdat ieder circuit voor mij onbekend was. Daarna kwam ik in de Formule Renault terecht. Daar ben ik vice-kampioen geworden achter Felipe Massa. Tot aan de laatste race in het kampioenschap gingen we gelijk op. Ik startte de race vanaf poleposition, viel doordat ik werd aangetikt door een andere rijder wat terug en kwam toen Felipe tegen. Na een fel duel crashten we en vielen we allebei uit. Omdat Felipe toen net iets meer punten had dan ik werd hij kampioen. Zonde natuurlijk, maar ik heb me dat seizoen wel echt kunnen laten zien.

Daarna ging ik naar de Formule 3. Het Duitse kampioenschap was destijds het sterkste, daar ging ik dus rijden voor Team Kolles. In mijn eerste kwalificatie in dat kampioenschap zette ik mijn auto direct op pole neer. Dat was wel mooi, ik had toen rijders als Timo Glock en Gary Paffet achter me. Gedurende die eerste races in dat kampioenschap voelde ik echter dat ik niet sterk genoeg was, er was iets mis met me. Toen heeft mijn toenmalige teambaas, Colin Kolles, mij een week lang in het ziekenhuis allerlei tests laten doen. Na lang onderzoek bleek dat er iets mis was met mijn darmen. Dat verklaarde de zwakheid. Hierdoor ben ik toen het hele seizoen uitgeschakeld geweest. Het voordeel was wel dat ik wist wat er aan de hand was. Dat heb ik echt aan Colin Kolles te danken. Veel mensen zijn niet bepaald een fan van hem maar ik heb heel veel aan hem gehad.”

“Uiteindelijk bleek ik, ondanks mijn gezondheidsproblemen, genoeg indruk gemaakt te hebben om door het Mercedes juniorteam opgepikt te worden. Toen ging ik ineens met mannen als Bernd Schneider op winterkamp, dat was wel heel speciaal.

Ook kreeg je dan te maken met andere jonge honden die door wilden breken in de autosport. Één daarvan was Lewis Hamilton. Hij werd uiteindelijk ook mijn teamgenoot in de Formule 3. Toen al bleek dat hij bizar veel talent had. Samen met hem ik toen bij Manor Motorsport gereden.”

In Europa timmerde Charles dus lekker aan de weg. Eén telefoontje zou zijn carrière echter een onverwachte, maar hele speciale wending geven. Dit telefoontje kwam in 2005 en zorgde voor een internationaal avontuur voor Charles.

“Na de Formule 3 kreeg ik een telefoontje uit Amerika, met de vraag of ik Formula Atlantic wilde rijden. Dit kampioenschap was toen de feeder serie van het ChampCar kampioenschap en reed daar ook in het voorprogramma. Het ChampCar kampioenschap was toen de hoogst haalbare formuleklasse in Amerika. Ik kreeg de kans om één race Formula Atlantic te rijden bij het team van Condor Motorsports. Het team had al een jaar niet geracet, maar ze wilden terugkeren op de grid tijdens de race op Long Beach. Na een halve dag getest te hebben mocht ik meteen gaan racen. Tot ieders grote verbazing wist ik de auto meteen op poleposition te zetten. Vanwege een gurney flap die ongelukkig op een illegale positie was geplaatst (dit mocht nog wel volgens de reglementen van het jaar ervoor) ben ik naar de laatste plaats terugverwezen. Uiteindelijk werd ik alsnog derde in de race. Door deze prestatie mocht ik nog een race rijden.

Dat ging uiteindelijk zo goed dat ik het volledige seizoen heb gereden en kampioen ben geworden.”

De goede prestaties van Charles in de Formula Atlantic zijn niet onopgemerkt gebleven. Dit leverde een nog grotere kans in de Amerikaanse autosport op.

“Uiteindelijk werd ik dus eerste in het kampioenschap. Toen kwam de echte kans, het rijden in het ChampCar kampioenschap. Gelukkig had ik toen geen grote gezondheidsproblemen meer, want die auto’s waren echt heel zwaar om te besturen. Ik mocht de laatste race van 2005 al rijden, in Mexico, en het smaakte meteen naar meer. In 2006 kwam het volledige seizoen. Ik zat niet in een topteam (Conquest Racing) maar we deden wat we konden. Af en toe waren we op podiumkoers maar kregen we wat pech. We hebben wel mooie top tien-posities neer kunnen zetten. Al met al was het net niet genoeg om volledig door te breken, maar genoeg om redelijk goed gepresteerd te hebben. Dit, in combinatie met de situatie tussen het ChampCar en Indycar kampioenschap (splitsing tussen de twee grote formule-raceklassen in Amerika), zorgde ervoor dat ik helaas niet in het kampioenschap kon blijven. Dit was erg jammer, want ik had bewezen het niveau aan te kunnen. Er had nog meer ingezeten, maar de situatie liet een langer verblijf toen niet toe.”

Het was dus een prachtig, maar relatief kort avontuur in Amerika. Charles heeft uit die tijd behoorlijk wat mooie herinneringen overgehouden. De herinneringen met een toen nog jonge, extreem talentvolle Australische autocoureur, koestert hij misschien wel het meeste.

“Ik heb uit die tijd hele mooie ervaringen overgehouden. Ik debuteerde in hetzelfde jaar als nu tweevoudig Indycar-kampioen Will Power. In het begin waren we als rookies hard met elkaar in gevecht, maar uiteindelijk zijn we goede maten geworden. Ik kan me de avonden dat we Guitar Hero op de spelcomputer speelden nog goed herinneren. Hij complimenteerde mij zelfs nog over de twee podiums in Assen met de Supercar Challenge. Moet je nagaan, Will Power, die de Supercar Challenge volgt!”

“Hierna heb ik even niet geracet, dingen niet voor elkaar gekregen. Die periode duurde gelukkig niet zo lang. Colin Kolles was mij blijkbaar niet vergeten, want hij belde mij voor het raceseizoen van 2009 op omdat hij een Le Mans-project ging starten. Hij wilde een aantal coureurs uitnodigen voor een test op de Lausitzring en daar was ik er één van. Het werd dus een directe test tussen meerdere rijders en de inzet was hoog: een volledig seizoen in het European Le Mans Championship (wat nu samen met de Amerikaanse en Aziatische variant het World Endurance Championship is) met een Audi LMP1 auto. Ik had al een tijdje niet geracet, maar de test ging best goed. Het regende een beetje en dat ligt mij wel. Uiteindelijk werd ik als één van de drie rijders geselecteerd om te gaan rijden voor het team. Dit was toch een beetje mijn eerste comeback als coureur. We moeten qua prestaties niet vergeten dat het team van Kolles toen een satelietteam van Audi was. Zij hadden met de nieuwe R15 de snellere auto, wij deden met de R10 TDI mee met een langzamer maar wel extreem betrouwbaar voertuig. Dit bleek ook wel in Le Mans, waar de snelheid prima in orde was en we geen domme fouten maakten. We werden toen zevende in een veld van 22 LMP1’s.”

Dat dit voor Charles het laatste raceseizoen was had hij toen ook niet verwacht. Ondanks dat hij niet meer zelf racete is Charles hierna altijd nog met de autosport verweven geweest.

“Na het seizoen bij Team Kolles kwam er van het racen niet zo veel meer terecht. Ik ben gaan coachen en ben met DOME Simulators een eigen bedrijf begonnen in professionele racesimulatoren. Hier heb ik onder andere Colin Caresani en Maxime Oosten van een simulator voorzien. Ik racete zelf niet meer competitief, maar ik ben altijd in het wereldje actief gebleven. Uiteindelijk begon het toch wel enorm te kriebelen. Daarom ben ik Albert Jochems ook zo enorm dankbaar voor de kans in de McLaren. Ik hoop er zeker een vervolg aan te geven. We gaan zien hoe het loopt.”

Charles Zwolsman heeft dus enorm genoten van zijn terugkeer in de autosport na een afwezigheid die eigenlijk veel te lang heeft geduurd. Ook heeft hij laten zien dat hij het racen alles behalve verleerd is. Charles Zwolsman is dus terug en met zijn snelheid en ervaring is hij een aanwinst voor ieder raceteam. Laten we hopen dat de twee races in Assen niet zijn laatste hoogstandjes op het circuit zijn!