Robert de Graaff en Philippe Ribbens zegevieren in tweede race Supercar Challenge op Spa Francorchamps

17:04 14-10-2012

Robert de Graaff en Philippe Ribbens hebben zich na hun uitvalbeurt in de zaterdagrace sterk hersteld. Begonnen in het middenveld reden de twee Viper-coureurs snel naar voren en doordat zij optimaal konden profiteren van het gebrek aan resultaatseconden kwamen zij na de pitstops aan de leiding te liggen. Een drive-through voorkwam niet dat De Graaff en Ribbens een zege op hun cv konden bijschrijven. In de GT-divisie ging de overwinning naar Shaun Balfe, in de GTB-divisie naar Werner van Herck, in de Supersport-divisie naar Marcel Norbart en in de Sport I-divisie naar John van der Voort en Priscilla Speelman.

In de Super GT-divisie ging de start niet voor iedereen goed. Zo was er een spin van Jan Storm en ook Wim Lumbeeck verloor een paar plaatsen. Nicky Pastorelli pakte de eerste plaats, met daarachter Jaap van Lagen in de Corvette Z06R GT3. Diederick Sijthoff viel bij de start terug tot de vijfde positie, achter Jim Geddie en Jan Versluis. Ook Nol Köhler had een goede start en kon aansluiten achter Diederick Sijthoff.

Sijthoff herstelde zich weer in de tweede ronde en slaagde er in om zowel Jan Versluis als Jim Geddie in te halen. Geddie moest ook Jan Versluis aan zich voorbij laten gaan, en kreeg daarna Nol Köhler en Philippe Ribbens in zijn spiegel. Ribbens was gestart op de tiende positie maar reed al snel naar voren.

Aan de kop van het veld slaagde Jaap van Lagen er na een paar ronden in om Nicky Pastorelli voorbij te steken. De race van Pastorelli kwam niet veel later abrupt ten einde, want de Porsche-coureur schoot in Blanchimont hard van de baan omdat hij uit moest wijken voor Dick van der Donk, die vlak voor hem met technische problemen stilviel. “Mijn vliegwiel ging kapot en daardoor had in geen aandrijving meer”, vertelde van der Donk achteraf. “Op zo’n moment schrik je toch en ik lette niet goed op waar ik reed. De Porsche moest toen uitwijken voor mij, kwam op het vuile gedeelte terecht en schoot zo van de baan.” Pastorelli schampte met de Porsche de bandenstapels en ging ook nog een paar keer in de rondte, maar kon zijn weg wonderwel wel vervolgen.

Diederick Sijthoff was er ondertussen al in geslaagd om aan Jaap van Lagen voorbij te gaan. Achter Van Lagen rukte Viper-coureur Philippe Ribbens op, die snelle rondetijden noteerde en binnen een paar ronden voorbij was gegaan aan Nol Köhler, Jim Geddie en Jan Versluis.

Na de pitstops was Wolf Nathan weer op de eerste positie terecht gekomen, met daarachter Robert de Graaff en Jan Versluis. Alex van ’t Hoff, die het stuur had overgenomen van Diederick Sijthoff, was door zijn resultaatseconden teruggevallen tot de vierde positie. Carlo Kuijer en Berry van Elk lagen na de pitstops op de posities vijf en zes.

Het duurde echter niet lang voordat Robert de Graaff de eerste positie overpakte van Corvette-coureur Wolf Nathan. De Graaff kon hierna uitlopen, maar kreeg niet veel later een drive-through aan zijn broek. Philippe Ribbens had namelijk onder geel een andere deelnemer ingehaald, en de wedstrijdleiding was hierbij onverbiddelijk. Door die drive-through kwam Wolf Nathan weer op de eerste plaats terecht. Robert de Graaff sloot aan op de tweede positie, op zeven seconden achterstand van de koploper.

De Graaff was ook hierna weer snel onderweg, en kon ronde voor ronde naar Wolf Nathan toerijden. Achter de twee koplopers noteerde Geddie snelle rondetijden. De bestuurder van de McLaren MP4-12C GT3 kon na de pitstops veel bolides inhalen en kwam zelfs op de derde positie te liggen. Achter de McLaren sloten Alex van ’t Hoff, Rick Abresch en Jan Versluis aan op de posities vier tot en met zes. Jan Versluis lag na de pitstops op de vierde positie, maar evenals de ETEC-Viper kreeg ook de VeKa-Ferrari een drive-through penalty voor inhalen onder geel.

De Graaff kon in de laatste ronden de eerste positie weer overnemen van Wolf Nathan, die achteraf blij was dat hun überhaupt de finish nog had gehaald. “De laatste ronden had ik echt geen benzine meer”, vertelde Nathan. “Ik heb de laatste ronde volgens mij op de reservetank gereden, en de auto haperde constant. Het had weinig gescheeld of ik had de finish niet gehaald.” De overwinning ging dus naar Robert de Graaff en Philippe Ribbens, voor Wolf Nathan en Jaap van Lagen. Vader en zoon Geddie competeerden het podium in de Super GT-divisie.

Diederick Sijthoff en Alex van ’t Hoff eindigden op de vierde plaats, maar Sijthoff verklaarde achteraf dat er nog wel een betere klassering in had gezeten als het team de juiste banden had gehad. “Dunlop had ons de verkeerde bandenmaat geleverd, waardoor we niet zo snel waren als dat we hadden gehoopt.”

In de GT-divisie kon Shaun Balfe bij de start zijn eerste plaats behouden. Daarachter ging Pim van Riet in de eerste ronde al voorbij aan Bert Redant, die op zijn beurt Simon Atkinson en Barry Maessen achter zich aan kreeg. Balfe kon in de eerste ronden een voorsprong opbouwen van een zevental seconden, maar de Ferrari-coureur zag daarna dat zijn voorsprong op Pim van Riet toch weer kleiner werd.

Bert Redant viel in de beginfase verder terug, en moest Simon Atkinson, Barry Maessen en ook Jan van der Kooi aan zich voorbij laten gaan. Van der Kooi kon door technische problemen de zaterdagrace niet rijden maar was er voor de race op zondag toch in geslaagd om zijn Lotus te herstellen. Van der Kooi was achteraan gestart maar lag voor de pitstops al op de vijfde positie, achter Pierre Etienne Bordet. Toch sloeg ook in deze race het noodlot voor Van der Kooi weer toe, want ook ditmaal haalde de Lotus het einde niet.

Bordet kwam na de pitstops op de eerste plaats te liggen. Hij hoefde, omdat hij geen resultaatseconden had, minder langs stil te staan dan zijn concurrenten en kon hierzo voor Simon Atkinson en Shaun Balfe de baan op komen. Atkinson kwam hierbij meteen onder druk te staan van Balfe, die de Lamborghini-coureur niet veel later inhaalde. Ook Pim van Riet kon aan de Lamborghini van Atkinson voorbijgaan.

Van Riet werd echter gestuit in zijn opmars, want hij kreeg een drive-through penalty omdat zijn pitstop niet correct was uitgevoerd. Van Riet verloor hierdoor een positie aan Simon Atkinson, en zijn achterstand op koplopers Bordet en Balfe werd hiermee met tien seconden vergroot.

Balfe slaagde er in de slotfase nog in om aan Bordet voorbij te gaan, en pakte hiermee zijn tweede zege van het weekend. Bordet werd wel tweede, en Simon Atkinson eindigde op de derde plaats. De twee BMW Silhouettes van Pim van Riet en het duo Vanbellingen/Redant eindigden op de posities vier en vijf.

In de GTB-divisie had Erol Ertan een goede start. De Porsche-coureur ging namelijk in de eerste ronde al voorbij aan Kees Kreijne en kon meteen een paar seconden uitlopen. Achter Kreijne lag Charlie Frijns op de derde positie, maar Frijns kreeg al snel de BRL Mondeo van Jacky van der Ende en Nelson van der Pol achter zich aan. Zij waren er in de nacht van zaterdag op zondag in geslaagd om een ander differentieel te vinden voor hun auto waardoor hun topsnelheid een stuk beter was. Zodoende konden zij zich ook weer in de strijd om de ereplaatsen mengen.

Voor Daan Meijer eindigde de race evenals op zaterdag in tranen. Na een vijftal ronden moest Meijer zijn Porsche namelijk met technische problemen langs de baan parkeren.

Voorafgaand aan de pitstops bleef de stand ongewijzigd, maar na de pitstops veranderde dat. Werner van Herck was nu namelijk op de eerste plaats komen te liggen, voor Erol Ertan en Kees Kreijne. René Wijnen sloot aan op de vierde positie, maar werd al snel ingehaald door Jacky van der Ende.

Van Herck, Ertan en Kreijne kregen het hierna flink met elkaar aan de stok. De drie coureurs gaven elkaar geen duimbreed toe, waardoor van Herck flink onder druk kwam te staan. In de 20e ronde slaagde Erol Ertan er in om aan de Mazda van Van Herck voorbij te gaan.

Van Herck gaf zich echter niet gewonnen en sloot aan bij Porsche-coureur Ertan. Van Herck slaagde er uiteindelijk in de laatste ronde in om weer aan de Porsche van Ertan voorbij te gaan, waardoor de Mazda-coureur een knappe overwinning in de wacht sleepte. Achter Ertan eindigde Kees Kreijne op de derde positie.

Peter Hoevenaars kon in de Supersport-divisie bij de start zijn eerste positie behouden. Daarachter klom Cor Euser meteen op naar de tweede positie. De Lotus-coureur ging voorbij aan Peter Stox en Ferry Monster. Peter Stox verloor op zijn beurt weer een positie aan Koen Bogaerts in de BMW M3 GTR.

Hoevenaars kreeg na de beginfase de hete adem in zijn nek van Cor Euser, die steeds dichter achter de BMW-coureur kwam te zitten. Ferry Monster stond ondertussen op de derde positie ook flink onder druk, want de Seat-coureur had in zijn kielzog Koen Bogaerts. Ook Marcel Norbart reed in deze groep snel naar voren.

Hoevenaars viel niet veel later terug, want de jonge coureur werd rond getikt bij het uitkomen van de busstop-chicane en zag hierdoor dat Cor Euser, Ferry Monster en Koen Bogaerts aan hem voorbij konden gaan.

Na de pitstops zag de stand er weer een stuk anders uit. Marcel Norbart was door zijn gebrek aan resultaatseconden op de eerste plaats komen te liggen en had achter zich aan Cor Euser op de tweede positie. Achter de Lotus van Euser sloten Pieter van Soelen, Robin Monster en Peter Hoevenaars aan op de posities drie tot en met vijf.

Norbart kon zijn eerste positie in de slotfase van de race consolideren en zo zijn eerste overwinning in de Supersport-divisie van dit seizoen in de wacht slepen. Cor Euser eindigde op de tweede plaats, en Koen Bogaerts en Pieter van Soelen completeerden het podium op de derde positie. Robin en Ferry Monster, leiders in het kampioenschap, finishten op de vierde plaats.

In de Sport I-divisie ging het in de openingsronde niet goed bij Toon Rutgers, die veel posities verloor. “Ik werd aangetikt door een Seat, en kwam hierdoor vast te staan in het grind”, legde Rutgers uit. “Ik dacht, mijn race is voorbij, maar ik kon door mijn Lotus in zijn achteruit te zetten toch nog uit de grindbak komen. Hierna kon ik beginnen aan een inhaalrace, want iedereen was mij voorbij gekomen.”

Hierdoor kon John van der Voort de eerste positie in de race overnemen. De BMW-coureur kon snel een voorsprong opbouwen op zijn achtervolgers, zijnde Leon Zappeij, Wesley Caransa en Artem Shabazov.

Toon Rutgers herstelde zich echter snel, en kon voorafgaand aan de pitstops toch weer opklimmen naar de eerste plaats. Toch ging het bij de Lotus-coureur wederom fout, want Rutgers kwam bij zijn pitstop met veel schade aan het bodywork binnen. Rutgers was andermaal van de baan gegaan en verloor hiermee veel tijd.

 Na de pitstops was Priscilla Speelman op de eerste positie komen te liggen, en daarachter Leon Zappeij, Wesley Caransa en Toon Rutgers. Voor Zappeij sloeg echter in de slotfase het noodlot toe. De BMW van Zappeij ging namelijk kapot waardoor de BMW-coureur een goede klassering in rook op zag gaan.

Toon Rutgers klom ondanks zijn schade in de slotfase nog op naar de derde positie, achter overwinnaars John van der Voort en Priscilla Speelman en de op de tweede plaats geëindigde Wesley Caransa.

Volledige uitslag van de race