John de Wilde mikt op de Supercar Challenge GT-titel
De Belgische coureur John de Wilde is een man die geniet van het racen in de weekenden om even alle beslommeringen van het drukke bestaan als ondernemer achter zich te laten. Met zijn witte Porsche 991 GT3 is hij één van de smaakmakers in de GT divise en vastbesloten zich dit jaar als kampioen te laten kronen.
De 48-jarige Vlaming John de Wilde ging in zijn jeugd graag kijken bij motorcross evenementen, bijna wekelijks was hij wel ergens langs een baan te vinden. “Motorcross was in mijn jeugd enorm groot in België”, zegt John hierover. “We hadden kampioenen zoals Stefan Everts en Eric Geboers. Dus ging mijn interesse als eerste uit naar de motorcross. Later ben ik zelf ook gaan rijden en ik werd drie keer kampioen van België.” Daarna slokte de opbouw van zijn bedrijf in export van planten in Laarne zoveel tijd op dat de actieve motorische sport naar de achtergrond werd verdrongen.
Toen er een kleine tien jaar geleden weer wat tijd vrij kwam was de Wilde weer op het circuit te vinden, echter nu één van asfalt en met een vierwieler. “Ik begon met trackday's en dat ging zo goed dat ik dacht dat het met racen ook wel zou lukken. Het eerste seizoen heb ik met een Golf diesel gereden en daarna ging ik rijden met de Porsche. Ik vond in het begin vooral het kwalificeren lastig. Maar eigenlijk ging het buiten dat vanaf het begin best goed. Ik reed twee jaar in het Porsche GT3 Challenge Benelux kampioenschap en stapte daarna over naar de Supercar Challenge. Ik vind dat een goede formule, door de indeling op vermogen en gewicht. Hierdoor zit het veld dicht bij elkaar en zijn de races spannend.”
De Wilde vindt het jammer dat er in het seizoen 2019 minder auto’s zijn ingeschreven in de GT klasse. “Vorig jaar waren er ongeveer 15 Porsches, nu is dat een stuk minder, al varieert het per evenement.” Ook zijn eigen Speedlover team is flink uitgedund. “Vorig jaar reden we met drie of soms vier wagens, maar één van de coureurs is gestopt en een andere kan door een langdurige blessure op dit moment niet rijden. Ik ben nu als enige overgebleven.”
Toch vermaakt John de Wilde zich nog steeds met zijn Porsche 991 GT3. “Het zijn prachtige wagens om mee te rijden”, aldus de Wilde. “Ik heb de eerste drie jaar met een Mk1 gereden. Bij de finaleraces kon ik vorig jaar kampioen worden en ik was toen net overgegaan naar een Mk2. Het leek er goed uit te zien, tot een lekke band anders besliste. Dat was wel jammer, maar dat hoort er ook bij. Dit jaar maar weer opnieuw proberen.”
Over het team achter hem heeft De Wilde niets dan lovende woorden: “We hebben goede monteurs die veel ervaring hebben met het afstellen van de Porsche. Hierdoor kan ik tien procent meer. Een goede auto is heel belangrijk, maar dat zijn goede monteurs ook. Het is de combinatie, je bent als piloot slechts een klein stukje van het geheel.”
Op de vraag waar hij het liefste rijdt gaat zijn voorkeur uit naar Spa en Zandvoort. Over het circuit in de duinen zegt De Wilde:“Zandvoort heeft zoveel boeiende details, het zit hem in de kleine dingen. Het vergt een super concentratie. Vorig jaar reed ik hier de leukste race uit mijn race loopbaan. Ik kreeg na de start een tik van een BMW en moest als laatste aanvangen. Moest door het hele veld heen en werd zonder safetycarperiode derde. Dat was wel een hele mooie race.”
John de Wilde lijkt, halverwege het seizoen, op weg naar het kampioenschap. Zijn naaste concurrent Floris Dullaart moest de eerste twee wedstrijden verstek laten gaan vanwege technische malheur aan zijn Porsche, waardoor hij in principe is uitgeschakeld voor het kampioenschap. "Maar ik hou nog zeker rekening met hem, want hij is een bijzonder sterke coureur." Door zijn constante prestaties heeft De Wilde zijn concurrenten Max Weening en Jos Jansen in punten op enige afstand gezet. Maar hij weet dat geluk en pech dicht bij elkaar liggen zoals hij vorig jaar mocht ervaren. Op dit moment is het voor hem vooral genieten met de strijd om de podiumplaatsen.
Vooruitkijkend naar wat de klassementsleider na dit seizoen gaat doen. “Ach, we dromen nog altijd op onze leeftijd. Misschien GT Open of gewoon weer de Supercar Challenge, ik weet het nog niet. Een andere droom is de 24 uren van Spa, die staat nog op mijn bucketlist. Maar nu eerst concentreren op goede prestaties.”