Jack van der Ende en Max Veels vullen elkaar goed aan
Voor het tweede jaar op rij vormen Jack van der Ende en Max Veels een team in de Supersport-1 divisie en als het aan hun ligt zal dit nog wel even zo blijven. Beide hebben ze het in de Supercar Challenge prima naar hun zin met hun Seat Leon. Dit seizoen begon met een magere start door technische problemen, maar op Zandvoort, tijdens het Blancpain weekend, kwamen ze echt op stoom en mochten in beide wedstrijden de grootste beker in ontvangst nemen.
In de autosport is de naam Van der Ende geen onbekende. Vader Jaap en moeder Nelly waren sinds midden jaren zeventig bekende gezichten op de circuits en daardoor werd Jack van der Ende, net als zijn drie jaar jongere broer Ricardo, al vroeg besmet met wat wel eens het racevirus wordt genoemd.
Jack begon op zijn tiende met karting op wedstrijdniveau en stapte acht jaar later over naar de grote vierwielers, waar hij in zijn debuutjaar in de Renault Clio Cup direct kampioen bij de junioren werd. De wagen met een dakje werd een jaar later verruild voor een single seater Formule Ford 1800, waarmee hij een jaar later een topprestatie leverde door het Engels kampioenschap, het Wereldkampioenschap en de Nations Cup op zijn naam te schrijven.
Daarna werd er niet onverdienstelijk gereden in diverse, voornamelijk open wiel klassen tot Jack in het jaar 2002 zijn racecarrière onderbrak om samen met zijn vader en broer de inmiddels vermaarde indoor kartbaan in Poeldijk op poten te zetten. Toen er na twee jaar weer tijd vrij kon worden gemaakt werden het brandwerende pak en de racehelm weer afgestoft en ging Van der Ende het circuit weer op. Hij was heel wat jaren voornamelijk te vinden in de BRL klasse en sinds een paar jaar de Supercar Challenge. Alle drie de Van der Ende's zijn nog steeds actief op het circuit, Jaap laat met enige regelmaat zijn Ford Falcon uit in het NKHGT, Ricardo rijdt op internationaal niveau GT4 en Jack in de Supercar Challenge.
De zeventien jaar jongere teamgenoot van Jack van der Ende is de vijfentwintig jarige Max Veels. Ook hij begon zoals zo velen in de karts, maar onderbrak zijn liefde voor snelle vierwielers een aantal jaren vanwege studie en zijn werk als tweede generatie, zoals hij het zelf noemt, binnen ingenieursbureau BBCI Frijwijk, waar hij in 2016 het stokje als directeur overnam van zijn vader Charley. Max: “Mijn vader is wat naar de achtergrond getreden, maar is nog wel degelijk aanwezig. Het is een echt familiebedrijf waar ik het enorm naar mijn zin heb.”
Zodra Max Veels weer wat tijd kon vrij maken begon het onderhuids toch weer te kriebelen om iets op het circuit te gaan doen. En zo kwam hij Jack van der Ende tegen op een instructiedag en al snel bleek dat ze er hetzelfde in stonden. Max: “We gingen een paar rondjes met elkaar over het circuit om te kijken of er een klik zou zijn en die was er eigenlijk vanaf het eerste moment. Daardoor hebben we vorig jaar besloten om samen een wedstrijd te gaan deelnemen in de Supercar Challenge.”
Deze eerste race was in een Seat Cupra van Ferry Monster Autosport, waarmee ze ook dit jaar rijden. Natuurlijk is zo’n eerste weekend best spannend, vooral als elke bocht van het circuit nieuw is voor de debutant, vertelt Jack: “Max moest de autosport nog echt leren kennen en dan is de Seat een vergefelijke auto. We reden onze eerste wedstrijd samen op Spa, een circuit waar Max nog nooit was geweest. Hij volgde mijn instructies precies op en eigenlijk ging het best goed dat weekend. Ons tweede weekend samen was op Zandvoort met veel sponsoren die te gast waren en eigenlijk hebben we daar besloten definitief samen een team te gaan vormen.”
Volgens van der Ende was zijn keuze voor Veels niet zomaar uit de lucht gegrepen. “Max is de ideale leerling met een hoge leercurve. Ik heb hem in korte tijd veel kunnen leren wat hij eigenlijk direct heel goed oppakt.” Veels vertelt met enige trots hoe precies hij wel niet de aanwijzingen van zijn door de wol geverfde teamgenoot op de baan omzet in prestaties. “Wanneer we onze data bestuderen kun je die van mij en Jack bij wijze zo over elkaar heen leggen. Onze engineer Sander vindt het echt bizar, want dat had hij nog nooit eerder gezien.”
Helaas alleen competitief zijn is niet genoeg, ondervonden ook Van der Ende en Veels aan het begin van het seizoen 2019. Jack: “We kijken echt niet tegen onze tegenstanders op, want we weten dat we ze aan kunnen. Maar we begonnen de eerste wedstrijd met een probleem met de slang van de turbo en op Zolder hebben we een wedstrijd verpest door een verkeerde rijhoogte, waardoor de banden heel snel weg waren. En dan ook nog problemen op Spa met een tekort aan vermogen, waardoor we wel wat punten zijn misgelopen.” Max: “Maar toen kwam Zandvoort! Alles viel op z’n plek en we wonnen twee keer. En die lijn gaan we proberen vast te houden.”
Over hun toekomst in de autosport zijn beide mannen het wel met elkaar eens, want voor beide is het vooral ontspanning naast hun drukke dagelijkse beslommeringen. Van der Ende: “Ik haak meestal de caravan achter de auto en dan zijn we er met het gezin lekker een weekendje uit.” Voor Veels geldt ongeveer hetzelfde: “Heerlijk mezelf uitleven op het circuit. En we blijven nog wel even samen in de Supercar Challenge. De startvelden met al die snelle auto’s maken het heel mooi. Het is voor sponsoren interessant om daar in te investeren, doordat je op grote evenementen rijdt en zeker vanwege de tv uitzendingen waar ze zichzelf terug zien. Maar wie weet wil ik in de toekomst nog wel een stapje hogerop.”
Waarop Jack schaterend roept: “Met een dikke Porsche, hahaha!” Waarop beiden in lachen uitbarsten en Max Veels even later zijn verhaal af maakt met de woorden: “Ach, ik heb het echt naar mijn zin met de Seat en zoals het nu gaat samen met Jack hoef ik nog niet zo nodig iets anders, misschien ooit een Porsche GT4 of zo. Als het maar een groot veld is en er een dak op de wagen zit.”