Seizoen 2012

Supercar Challenge niet 'Dutch' meer

In 2012 kende de Supercar Challenge zes divisies. Terug van weggeweest was de Sport II-divisie en ook werd de GTB-divisie geïntroduceerd. Deze divisie zorgde ervoor dat er ruimte kwam voor een klasse tussen de Super GT- en de voormalige GT-divisie, waar veel auto’s mooi in pasten. Barry Maessen werd van de nieuwe GT-divisie kampioen en kroonde zich ook tot algemeen kampioen. Het was bovendien het eerste seizoen dat de klasse niet meer als 'Dutch Supercar Challenge, maar als 'Supercar Challenge' door het leven ging.

Diederick Sijthoff was dit jaar de te kloppen van in de Super GT-divisie. Sijthoff won met de ETEC-Viper het kampioenschap in 2011, maar verscheen desondanks in 2012 toch bij een ander team aan de start. Sijthoff vond onderdak bij het team van Rick Abresch, Mad and Daring.

Het seizoen begon nog niet vlekkeloos voor Sijthoff, want in het eerste raceweekend op Circuit Zolder werd door een lekke band op zaterdag en een spin in de regen op zondag geen maximale puntenscore behaald. Daarna was Sijthoff, die afwisselend de teamgenoot van Rick Abresch of van Alex van ’t Hoff was, eigenlijk niet meer te houden. Sijthoff eindigde in de vijftien races die hij meereed elf keer op het podium, waarvan viermaal op de eerste plaats.

Daarnaast was ook de Corvette C6.R GT1 waar Diederick Sijthoff dit jaar mee uitkwam uitermate betrouwbaar. Het team van Mad and Daring koos er tijdens de Gamma Racing Day vooraf zelfs bewust voor om tijdens dit evenement hun schrapresultaten in te zetten. Dit in tegenstelling tot andere teams, waarbij de betrouwbaarheid soms voor de nodige problemen zorgden. Sijthoff en zijn Corvette, die tijdens de Finaleraces als Jeff Corvette uit de film Cars werd bestickerd, bleken dit jaar de sterkste combinatie. Een terechte kampioen!

Barry Maessen verscheen dit jaar aan de start met een nieuw wapen. Maessen was bekend om zijn BRL V6 maar besloot in de wintermaanden om over te stappen naar een brute Dodge Viper. In de eerste raceweekenden was het nog een beetje zoeken in welke divisie Maessen met zijn Viper nou thuishoorde, omdat deze standaard Viper snelheid miste voor de Super GT-divisie maar te snel was voor de lagere GT-divisie.

Maessen was niet de enige waarbij dit probleem speelde, dus werd er door de organisatie van de Supercar Challenge een nieuwe divisie in het leven geroepen. De GT-divisie bleef, maar daaronder verscheen de GTB-divisie, waarin onder andere de Porsches en BRL’s werden ondergebracht.
In de nieuwe GT-divisie vocht Maessen gedurende het seizoen felle gevechten uit met Pierre Etienne Bordet, Jan van der Kooi, Simon Atkinson en het duo Nathan/Van Lagen. Zij konden allen, door onder andere technische problemen of door maar een select aantal weekenden mee te rijden, uiteindelijk geen echte rol in het kampioenschap spelen. De titelstrijd ging in de laatste weekenden dan ook tussen Maessen en de JR Motorsport BMW silhouettes met de duo’s Thuis/Van Riet en Vanbellingen/Redant. Henk Thuis en Pim van Riet kwamen nog dicht in de buurt van Maessen, maar de Viper-coureur bleef koel onder alle omstandigheden en sleepte hierdoor de titel van de GT-divisie binnen.
Bovendien mag Maessen zich dit jaar ook de overall-kampioen noemen. Maessen en Sport II-coureur Nieman gingen hierbij nek aan nek en eindigden gelijk in punten. Maessen pakte echter meer overwinningen en stelde hiermee ook het overall-kampioenschap veilig.

Aston Martin-coureur Kees Kreijne kende een schitterend seizoen 2012. Kreijne kon in 2011 door gezondheidsproblemen niet het gehele jaar rijden maar keerde dit jaar met succes terug in de klasse. De nieuw opgerichte GTB-divisie bleek op het lijf geschreven voor Kreijne en zijn Aston Martin, waarin hij felle gevechten uitvocht met onder andere Porsche-coureurs Wijnen/Frijns, Daan Meijer en Erol Ertan, BRL-coureurs Jacky van der Ende en Nelson van der Pol en ook Mazda-coureur Werner van Herck en daarin zeer competitief was.

De titelstrijd in deze GTB-divisie was uitermate spannend, want alle bovengenoemde coureurs maakten elke race weer kans op de overwinning. Zes verschillende equipes pakten een overwinning, wat de competitiviteit van de klasse onderstreept. Kreijne pakte dit elke keer slim aan, want ook in races waarin de betrouwbaarheid niet altijd mee wilde werken pakte Kreijne veel punten.

Kreijne pakte het kampioenschap uiteindelijk in de allerlaatste raceweekend, waarin hij moest proberen om voor René Wijnen en Charlie Frijns te blijven. Kreijne pakte zijn kampioenschap op zondag met glans, door in de laatste race de volle winst te pakken. Een mooi kampioenschap dus, dat een bekroning is voor de vechtlust van Kreijne en het vele werk dat zijn team de afgelopen jaren heeft verricht aan de snelle Aston Martin.

De Supersport-divisie kende dit seizoen een groter startveld dan ooit. Aan de start kwamen vaak meer dan twintig bolides, waarvan er veel ook mee konden strijden om de overwinning. De titelstrijd leek na een paar raceweekenden tussen vijf equipes te gaan, namelijk tussen regerend kampioenen Robin en Ferry Monster, Koen Bogaerts en Pieter van Soelen, Martin Lanting en Bob Herber, de jonge Peter Hoevenaars en als gevaarlijke outsiders Peter Stox en André de Vries.

Voor Bogaerts en Van Soelen begon het seizoen bovendien fantastisch, met drie overwinningen in de eerste vier wedstrijden. Daarna ging het minder voor het duo, dat dit jaar voor de eerste maal samen een equipe vormde. Op Spa Francorchamps werden bijna geen punten gescoord en tijdens de Gamma Racing Day op TT-circuit Assen bleef het tweetal zelfs helemaal zonder punten. Hiermee leken ze de titel gaan te verspelen aan Robin en Ferry Monster of Peter Hoevenaars, maar een inhaalslag in de laatste weekenden zorgde er toch voor dat Bogaerts en Van Soelen het gat met de koplopers konden dichten.

Een spannend slotweekend volgde, waarin Robin en Ferry Monster bovendien ook nog een schrapresultaat moesten inzetten. Het werd een tactisch spel, dat JR Motorsport en ook het duo Bogaerts/Van Soelen goed speelden. Beide races eindigden de BMW-coureurs op het podium, en met de snelste ronde op zondag pakten ze uiteindelijk met één punt voorsprong op de gebroeders Monster het kampioenschap. Een uitermate spannend jaar dus, dat waarschijnlijk in 2013 weer een vervolg gaat krijgen. Bogaerts en Van Soelen hebben namelijk al aangegeven dat zij hun titel in de Supersport-divisie willen gaan verdedigen.

John van der Voort begon dit jaar weer met frisse moed aan een nieuw seizoen Sport I-divisie. Power Motor Sports had onder leiding van Peter Claassen de BMW 1-serie van Van der Voort weer optimaal voorbereid voor het nieuwe jaar en had met tests voorafgaand aan het seizoen niks aan het toeval overgelaten. Van der Voort begon het jaar dan ook sterk, met een podiumplaats in de eerste race.

Na het eerste raceweekend op Zolder voegde zich een nieuw teamlid bij het team van Power Motor Sports. De talentvolle Priscilla Speelman werd namelijk de nieuwe teamgenoot van John van der Voort, omdat de relatie tussen Speelman en Praga Cars, waarvoor zij eigenlijk zou gaan rijden, niet optimaal bleek. Dit bleek een slimme zet van Van der Voort, want Speelman reed snelle tijden en was met regelmaat iedereen te snel af. Van de zes opeenvolgende wedstrijden wonnen Van der Voort en Speelman er meteen vijf, waarmee zij een serieuze kandidaat voor de titel werden.

Toch hadden John van der Voort en Priscilla Speelman het niet altijd makkelijk, omdat Guillaume Schulz met zijn Lotus en ook Eric van den Munckhof zich niet zomaar gewonnen gaven. Toch waren het John van der Voort en Priscilla Speelman die met tien overwinningen het kampioenschap naar zich toe konden trekken. Het talent van Speelman, die in 2011 ook al kampioene European Superkarts werd, is hierbij niet onopgemerkt gebleven. De kans is dan ook groot dat wij haar volgend jaar in een hogere klasse terug gaan zien!

Clio-coureur Rob Nieman was ook dit jaar de te kloppen man in de Sport II-divisie. De sympathieke Nieman reeg ook dit jaar de overwinningen aan elkaar, maar ondervond daarbij wel hevige concurrentie van het duo Rutgers/Adams, Nico Been en zijn teamgenoten Machiel Kars en Frank Bédorf.

Toon Rutgers en Jeremy Adams waren met hun Lotus zeer snel, maar Nieman zag toch regelmatig zijn kans schoon om hun van de overwinning af te houden. Ook Nico Been pakte meerdere malen een overwinning, maar moest zich na een paar uitvalbeurten toch gewonnen geven. De betrouwbaarheid speelde ook dit jaar een grote rol, waarbij bleek dat het team van Spirit Racing ook dit jaar weer een zeer goede Renault Clio voor Nieman had neergezet. Uiteindelijk waren het dan ook teamgenoten Frank Bédorf en Machiel Kars die als concurrenten van Nieman overbleven.

Nieman pakte het kampioenschap in de zaterdagrace van de Finaleraces, maar zag op zondag het overall-kampioenschap aan zijn neus voorbijgaan. Dat is voor de inwoner van Twisk echter alleen maar een stimulans om volgend jaar nóg harder te gaan!