Ondanks drive-through toch overwinning voor Kelvin Snoeks op Brands Hatch
Kelvin Snoeks heeft de eerste race van de Supercar Challenge GT-divisies op Brands Hatch op zijn naam geschreven. De Volvo-coureur reed een sterke wedstrijd en kon ondanks een drive-through de overwinning pakken. Tweede eindigden Roger Grouwels en Arjan van der Zwaan, voor Martin Lanting en Bob Herber. In de GT-divisie ging de overwinning naar Craig Wilkens, bij de GTB’s ging de overwinning naar Fiona James.
Bij de start was Kelvin Snoeks meteen alert. De Volvo-coureur pakte brutaal de leiding in de eerste bocht, gevolgd door Martin Short en Peter Kox. Daarachter sloot Arjan van der Zwaan op positie vier. Na de eerste ronde kwam kortstondig de safety car de baan op omdat Daan Meijer was stilgevallen op een gevaarlijke plaats.
Nadat de safety car weer naar binnen was vormde zich al snel een groep van drie auto’s die het gevecht om de leiding aangingen. Snoeks lag nog steeds op kop, maar achter Snoeks zaten Martin Short met de Mosler MT900 Super GT en Peter Kox met de McLaren MP4-12C GT3 op het vinkentouw. Van der Zwaan volgde op een kleine afstand, hopende op een foutje bij de kop van het veld.
Bij de pitstops had Roger Grouwels de eerste plaats in handen gekregen, want de Viper-coureur had kunnen profiteren van de resultaatseconden bij de rest. De voorsprong van Grouwels was echter niet groot, want Martin Short meldde zich al snel aan de staart van de Viper. Achter Short lag Kelvin Snoeks na de pitstops op positie drie.
Grouwels kon na de pitstops niet lang van zijn eerste plaats genieten. Martin Short kwam namelijk snel dichterbij en kon niet veel later de eerste positie van Roger Grouwels afpakken. Daarna sloeg echter het noodlot toe voor de Mosler-coureur. Short moest namelijk zijn auto met technische problemen naast de baan parkeren. Roger Grouwels kreeg hiermee weer de leiding in handen.
Kelvin Snoeks lag ondertussen op de tweede positie vlak achter Grouwels maar de Volvo-coureur zag zijn achterstand daarna weer groter worden omdat hij een drive-through kreeg. Snoeks bleek namelijk te kort te hebben stilgestaan bij zijn pitstops.
Na zijn drive-through was Snoeks echter ontketend. De Volvo-coureur reed weer snel naar Grouwels toe en slaagde er in de slotfase van de race in om de Viper te verschalken. Deze rangschikking veranderde de laatste ronden niet meer, waardoor de overwinning naar Kelvin Snoeks ging. Roger Grouwels en Arjan van der Zwaan eindigden op positie twee, Martin Lanting en Bob Herber legden beslag op de derde plaats.
In de GT-divisie had Craig Wilkens een goede start. Dat kon niet gezegd worden van Henk Thuis, die vanaf zijn eerste plaats in de divisie terugviel naar positie vier. De Porsche van Witt/Sutton lag na de start op positie twee, voor de Ginetta GT3 van White.
Henk Thuis begon hierna zijn slechte start te herstellen. Binnen een paar ronden was de Radical-coureur al voorbij aan de Ginetta van White en niet veel later meldde Thuis zich ook al aan de staart van de Porsche van Witt/Sutton.
Craig Wilkens noteerde ondertussen snelle rondetijden en slaagde erin om een voorsprong op te bouwen. Daarachter ging het niet veel later fout tussen Henk Thuis en de Porsche van Witt/Sutton. Tijdens een fel gevecht raakten beide bolides elkaar waarna zij vast kwamen te staan in de grindbak. De wedstrijdleiding moest hierdoor wederom de safety car de baan opsturen zodat dit tweetal uit de grindbak getrokken kon worden.
Ook na de pitstops was het Craig Wilkens die bij de GT’s de leiding in handen had, gevolgd door de Curbstone Ferrari van Van Glabeke/Jonckheere. Henk Thuis en de Porsche van het duo Witt/Sutton hadden na hun incident de wedstrijd helaas niet kunnen vervolgen. Wilkens kon in de slotfase van de race ondanks zware druk van Frédérique Jonckheere de eerste plaats behouden en de overwinning veiligstellen.
In de GTB-divisie kon Max Koebolt bij de start van de race zijn eerste plaats behouden. Achter Koebolt was het gastrijder Clutton die met zijn Chevron op de tweede plaats lag, voor Tom Webb en Fiona James. Steve Vanbellingen en Ward Sluys waren net op tijd bij de start van de wedstrijd. JR Motorsport had na de vrije training de motor vervangen en waren daarmee vlak voor de race klaar, zodat Vanbellingen en Sluys de wedstrijd toch nog vanuit de pitstraat konden beginnen.
Voor Daan Meijer verliep de start minder goed, want de Porsche-coureur schoot na een touché met Henk Thuis al in de eerste ronde van de baan. De wedstrijdleiding besloot hierdoor om kortstondig de safety car de baan op te sturen, zodat de Porsche van Meijer veiliggesteld kon worden.
In deze groep was Fiona James verrassend snel onderweg. Na de tweede safety car periode haalde zij Marcus Clutton in waarmee zij op de tweede positie bij de GTB’s kwam te liggen. Koebolt ging bij deze groep nog steeds aan de leiding terwijl Simon Atkinson met zijn Lamborghini Gallardo op de vierde positie lag.
Na de pitstops was Fiona James zelfs aan de leiding komen te liggen bij de GTB’s. De Lamborghini-coureure had geen resultaatseconden en was daardoor solide op de eerste plaats terechtgekomen. Marcel van Berlo lag na de pitstops op positie twee, voor Simon Atkinson op positie drie en de BMW M4 Silhouette van Vanbellingen/Sluys op plaats vier. Max Koebolt lag na de pitstops op de vijfde plaats en was daarmee eigenlijk de dupe van de safety car periode vlak voor de start van het pitstopwindow.
Van Berlo kon zijn tweede positie in de race niet vasthouden. Simon Atkinson kon na de pitstops de tweede positie van de Porsche-coureur afpakken en niet veel later verloor van Berlo ook zijn derde positie aan Sluys/Vanbellingen.
Aan Fiona James ging dit alles voorbij, zij pakte de overwinning voor het duo Vanbellingen/Sluys en Simon Atkinson.