Supercar

Kelvin Snoeks blijft in Assen koel onder zeer warme omstandigheden

18:55 02-08-2014

Kelvin Snoeks heeft de eerste GT-race van de Supercar Challenge powered by Pirelli tijdens de Gamma Racing Day op zijn naam geschreven. Op TT circuit Assen liet Snoeks zich ondanks het extreem warme weer niet van de wijs brengen en gaf na de start de gehele race de leiding niet meer af. Achter Snoeks eindigden Roger Grouwels en Robert de Graaff op de tweede plaats, Bob Herber en Martin Lanting legden beslag op positie drie. In de GT-divisie ging de overwinning naar Craig Wilkens en Aaron Scott, in de GTB-divisie was Daan Meijer de gevierde man.

Kelvin Snoeks had bij het doven van de lichten een bliksemstart. De Volvo-coureur kon meteen koploper Henry Zumbrink verschalken, die op zijn beurt ook toe moest staan dat Bob Herber zijn tweede positie afpakte. Daarachter volgde Roger Grouwels met de RaceArt Viper GT3 op positie vier. Iedereen kwam goed weg en er vonden zich in de eerste ronde ook geen grote incidenten voor.

Snoeks kon zijn eerste positie in de eerste ronden behouden maar de Volvo-coureur stond wel meteen onder zware druk van Bob Herber. Lanting en Herber hadden in de training en kwalificatie de nodige problemen met de Ferrari gehad maar in de race waren die problemen voor het tweetal gelukkig verholpen.

Henry Zumbrink lag daarachter op de derde plaats en zag in zijn spiegels dat zijn achtervolgers in fel gevecht met elkaar waren. De op de vierde plaats liggende Roger Grouwels kon zijn positie namelijk niet behouden en werd in de derde ronde ingehaald door Audi-coureur Hambrecht en Vicora-rijder Barry Maessen.

Herber bleef ondertussen aandringen bij Snoeks, maar de Ferrari-coureur verloor in de vijfde ronde zeven seconden en viel hiermee terug tot achter Henry Zumbrink. “Ik wilde al meteen Snoeks gaan inhalen bij de hairpin, maar ik schakelde terug naar de eerste versnelling en ging daardoor meteen in de rondte”, verklaarder Herber na afloop. “Een stomme eigen fout van mezelf.”

Zumbrink kwam daarna meteen onder zware druk te staan van Herber, die op zijn beurt Audi-coureur Hambrecht achter zich aan kreeg. Hambrecht was snel onderweg, want de Audi-coureur kon de ronden daarna opstomen tot de tweede plaats. Hambrecht haalde daarbij zowel Henry Zumbrink als Bob Herber in.

Zumbrink kende problemen met zijn Volvo en viel hierdoor nog voor de pitstops nog enkele posities terug. “We hadden problemen met de versnellingsbak”, aldus het team. “Later in de wedstrijd sprong er ook nog eens een waterslang los.” Niet echt een probleemloze wedstrijd dus voor Zumbrink, die uiteindelijk slechts op de achtste plaats eindigde bij de Super GT’s.

Ook na de pitstops was het Kelvin Snoeks die aan de leiding lag. De Volvo-coureur werd daarachter gevolgd door Audi-coureur Cvetkovic met daar weer achter Robert de Graaff, Martin Lanting en Berry van Elk.

Cvetkovic kon zijn tweede positie in de race niet lang behouden. De Audi-coureur moest namelijk zijn meerdere erkennen in Robert de Graaff en Martin Lanting en kreeg daarnaast ook nog een drive-through omdat zijn pitstop te kort was geweest. Ook Andy Schulz, die op de zevende positie lag, kreeg een drive-through voor dit vergrijp.

Kelvin Snoeks kon ook in de slotfase van de race zijn eerste positie consolideren en pakte dus een snaarstrakke overwinning met zijn HDI-Gerling Volvo S60 V8 Silhouette. Robert de Graaff en Roger Grouwels eindigden uiteindelijk op de tweede positie, voor Martin Lanting en Bob Herber op plaats drie.

In de GT-divisie had Henk Thuis een goede start. De Radical-coureur verloor bij de start een plaats aan Craig Wilkens maar kon in de bochten daarna die eerste positie weer terugpakken. Thuis zag hierna in zijn spiegels dat er achter hem twee auto’s uit de Super GT-divisie aansloten. De Radical-coureur had hierna dus meteen een buffer richting achtervolgers Craig Wilkens en Patrick van Glabeke.

Henk Thuis kon hierdoor in de eerste ronden meteen een voorsprong opbouwen van tien seconden ten opzichte van achtervolger Craig Wilkens. Patrick van Glabeke kende daarachter een moeilijk begin van de race. De Ferrari-coureur was in gevecht met Steve Vanbellingen maar kwam daarbij op het vuile gedeelte van de baan terecht en ging hierdoor in de rondte. De Ferrari-coureur verloor hiermee veel posities.

Thuis leek dus op rozen te zitten, ware het niet dat de race voor de Radical-coureur al vroeg ten einde kwam. Thuis schoot in ronde tien namelijk door een technisch probleem de grindbak in en moest de wedstrijd voortijdig staken.

Hierdoor was Craig Wilkens op de eerste plaats komen te liggen. Wilkens gaf bij de pitstops het stuur van de Viper GT3 aan teamgenoot Aaron Scott. Daarachter lag na de pitstops Frédérique Jonckheere,  de achterstand van Jonckheere ten opzichte van Scott was inmiddels al opgelopen tot meer dan dertig seconden.

In de slotfase van de race wist Jonckheere zijn achterstand op Aaron Scott nog wel te verkleinen maar voor de Viper-coureur kwam de overwinning niet meer in gevaar. Scott en Wilkens pakten dus de overwinning, voor Patrick van Glabeke en Frédérique Jonckheere. Het duo Verhelst/Verheyen legde met de Radical RXC beslag op de derde plaats.

In de GTB-divisie kon Ferdinand Kool bij de start zijn eerste positie niet  behouden, want de Corvette-coureur werd in de eerste ronde meteen ingehaald door Daan Meijer. Op de derde positie lag na de start Steve Vanbellingen, die op zijn beurt weer gevolgd werd door Marcel van Berlo, Tom Webb en Carlo Kuijer.

De strijd om de eerste plaats in de GTB-divisie was vanaf de start van de race meteen spannend. Daan Meijer stond namelijk onder zware druk en moest alle moeite doen om Ferdinand Kool achter zich te houden.

Tom Webb lag in de beginfase op de vijfde positie in de race, maar voor de BMW-coureur kwam de race voortijdig hard ten einde. Webb vloog na een touché met een andere rijder namelijk hard van de baan en schoof met zijn auto de vangrails in. Webb kon zelf de auto verlaten maar zijn BMW liep bij deze crash veel schade op.

Meijer en Kool bleven tot aan de pitstops in fel gevecht met elkaar, maar na de pitstops kreeg Meijer wat lucht. Kool en teamgenoot Koebolt moesten namelijk door hun vele resultaatseconden lang stil staan en vielen hierdoor een paar posities terug. Ward Sluys lag hierdoor op de tweede plaats, met daar weer achter Radical-coureur Van Geffen. Marcel van Berlo lag op positie vier, maar de Porsche-coureur moest al snel zijn plaats prijsgeven aan Corvette-coureur Max Koebolt. Van Berlo kreeg niet veel later zijn vierde plaats weer terug in handen, want Koebolt kreeg een drive-through omdat zijn pitstop te kort was geweest.

De strijd om de tweede positie was na de pitstops zeer spannend. Sluys moest namelijk alle zeilen bijzetten om Van Geffen achter zich te houden. In de bochten was de Radical sneller, maar op het rechte stuk was de BMW van Sluys een stuk sneller. Van Geffen moest dit gevecht uiteindelijk helaas voortijdig staken door een technisch probleem bij zijn auto.

In de slotfase van de race werd het gat tussen Meijer en Sluys nog verkleind tot een paar seconden, maar Meijer kon zijn eerste positie behouden en hiermee een fraaie overwinning in de race behalen. Ward Sluys en Steve Vanbellingen eindigden op de tweede positie, met daarachter Marcel van Berlo op de derde plaats. Ferdinand Kool en Max Koebolt eindigden na hun drive-through op positie vier.

“Ik ben kapot!”, begon overwinnaar Daan Meijer na afloop zijn verhaal. “Het was flink afzien met deze hitte. Aan het einde was er ook niet veel meer van mijn banden over dus de race had voor mij geen ronde langer hoeven duren. Deze overwinning maakt echter een hoop goed!”

Volledige uitslag van de race