Seizoen 2003

Het eerste DSC seizoen op eigen kracht

Na twee jaar onder de paraplu van de NAV te hebben gewerkt werd het tijd de gehele organisatie over te nemen en zelfstandig verder te gaan. Het bleek dat er onoverbrugbare verschillen van inzicht waren die een verdere ontwikkeling van de Dutch Supercar Challenge in de weg stonden.
 
V-Max Racing Management B.V werd opgericht en de organisatie werd verder uitgebreid met een aantal vrijwilligers.  Het reglement werd aangepast naar drie divisies: GT, Supersport en Sport. Die verdeling werd gebaseerd op de verhouding tussen het wagengewicht en motorvermogen. Door middel van resultaatgewichten na winst werd er een handicapsysteem geïntroduceerd.
 


Voor de ontvangst van gasten en rijders werd er een sponsorovereenkomst gesloten met MOVICO uit Deurne. Zij konden ons voorzien van schitterende hospitality-trailers voor de ontvangst van gasten tijdens evenementen. Vooral het “blauwe flatgebouw” op de paddocks van Zolder en Assen met de daarvoor geparkeerde schitterende sportwagens, waaronder de Pagani, baarde opzien. Ook op de paddock begon het er steeds fraaier uit te zien. Doordat velen fanshirts en caps van de Dutch Supercar Challenge droegen, was dit kampioenschap niet meer over het hoofd te zien.

 

Door de organisatie over te nemen kreeg V-Max Racing Management B.V ook meer vrijheid de kalender samen te stellen. De Dutch Supercar Challenge kon als gastklasse de Paasraces openen en er werd tijdens twee evenementen op Spa gereden. Ook werd deelgenomen aan de eerste Truck Races op Assen en kon het seizoen worden afgesloten op Hockenheim, in totaal waren er 8 evenementen met 15 races. 
 


In de voorgaande jaren hadden we regelmatig Engelse gastrijders verwelkomd. Nu schreef een Engels team HDT Racing zich in met Graham Coomes als rijder in een zeer fraaie, door Pro-Drive gebouwde Honda Accoord. Hij zou door zijn rijstijl de verrassing van het seizoen worden. In de eerste race tijdens de Paasraces werd hij tweede en tijdens de race op tweede Paasdag zelfs eerste. Een plek die hij later moest inleveren omdat hij een te korte pitstop had gemaakt. Hij bleek een voorbode van meer Engelse deelnemers in spectaculaire machines.
 
Wedstrijdleider Pierre Delettre zou historie schrijven tijdens de Belpro race van zaterdagmiddag op Spa. Van het veld van 75 deelnemers, waaronder 15 gasten uit het VEGE kampioenschap, hielden er 12 de klok niet goed in de gaten. Zij moesten vanuit de pitstraat starten. Doordat de VEGE-deelnemers niet de volle 65 minuten konden rijden op een volle tank benzine was afgesproken dat zij een pitstop zouden maken van 5 minuten in plaats van 1 minuut. De wedstrijdleider had dit middels een Nederlandstalig bulletin aan de Waalse pitlane Marshalls doorgegeven. Die bleken er door de taalbarrière niets van te begrijpen en hielden ook een aantal DSC-deelnemers tegen. Dick van Elk zag het fout gaan en had na de races zijn handen vol met alle protesten. Merkwaardig, zo’n tweetalig land!
 


In de supersportdivisie werd de strijd met Marcossen gestreden. Hans Ambaum pakte op Hockenheim de titel, nadat de andere twee titelkandidaten, Nol Köhler en Arthur Janssen, elkaar op de baan elimineerden na een stuurfoutje.
 
Ook in de sportdivisie bleef het tot de laatste race spannend, Dirk van Engelenhoven in een Clio was de meest regelmatige rijder maar werd op Hockenheim nipt ingehaald door Albèrt Priem in een BMW M3. De gebroeders Alex en Max Schoep werden derde.
 
Ook in de GT-divisie werd tot aan de finale op Hockenheim gestreden om de titel. Daar ging de strijd tussen Cor Euser en de equipe Rob Knook/Peter van der Kolk, uiteindelijk kwam Euser slechts 3 punten te kort. Graham Coomes werd in de kleine Honda derde. Het duo Rob Knook/Peter van der Kolk kon aan het einde van seizoen de wisselbeker in ontvangst nemen tijdens het jaarfeest in Charelli te Breda.