Seizoen 2009

Eigen organisatie van de Zolder Superleague

Naast de organisatie van de Dutch Supercar Challenge stond het jaar 2009 voor de organisatie van de DSC ook in het teken van het organiseren van de Zolder Superleague. Dit evenement, dat werd gehouden op het Belgische circuit Zolder, herbergde naast de DSC ook de Superleague Formula, een raceklasse, die gerelateerd was een voetbalclubs, met bolides die ruim 750pk aan boord hadden. Een nieuw concept, dat uiteindelijk vele duizenden bezoekers naar het circuit trok en een goede basis legde voor de toekomst.
 
In de GT-divisie was het vanaf het begin van het seizoen al duidelijk dat Cor Euser en Martin Short erg aan elkaar gewaagd waren. Short ging daarmee het beste van start, want de Engelsman scoorde in de eerste races van het seizoen vele overwinningen. De eerste vijf races waren allemaal een prooi voor ‘mister-Mosler’ en velen dachten dat het seizoen wel eens snel beslist kon zijn. Uiteindelijk kwam de omslag tijdens de Zolder Superleague op het circuit van Zolder. Martin Short moest dit weekend verstek laten gaan wegens verplichtingen elders waarna Cor Euser maximaal profiteerde.
Short voelde de druk toenemen en werd daarbij niet geholpen door zijn bolide en door geluk. Tijdens de Rizla Racing Day gaf zijn motor namelijk de geest en de race op Spa Francorchamps ging verloren na een startcrash met onder andere Rick Abresch. Euser scoorde wederom maximaal door op Spa tweemaal te winnen, waarna Short voorafgaand aan het laatste raceweekend al inzag dat zijn kampioenschap verkeken was. Uiteindelijk haalde Cor Euser tijdens de SLAM!FM Finaleraces met twee podiumfinishes het kampioenschap binnen.  
 
In de Supersport I-divisie waren de schijnwerpers evenals in 2008 gericht op de Porsches van onder andere Henk Thuis en het duo Köhler/Haane en op de Méganes van Carworld Motorsport. Bovendien had Jochen Habets het team van Carworld Motorsport in de wintermaanden verlaten waarna hij had besloten om samen met Henk Thuis in te stappen bij het team van Brother Racing. De Porsches bouwden bij de start van het seizoen al meteen een voorsprong op de Méganes. De motor van de Mégane van Wijnen/Dubois begaf het namelijk al in het eerste raceweekend waardoor zij geen punten scoorden. Ook Jochen Habets kende problemen met zijn Mégane en scoorde daardoor ook weinig punten. De Porsches van Henk Thuis en het duo Köhler/Haane bleven betrouwbaar waardoor zij allen vele podiumfinishes behaalden in de eerste races.
 
In Spa kwam er echter een omslag bij Henk Thuis. Thuis besloot na onenigheid met de wedstrijdleiding en na incidenten op de baan zijn helm aan de wilgen te hangen waardoor hij een aantal races verstek liet gaan. Toch kwam Thuis terug op zijn beslissing waarna hij tijdens de Rizla Racing Day weer terug was. Prompt pakte Thuis weer een overwinning met zijn Porsche, maar zijn achterstand op koplopers Köhler/Haane bleek van dien aart dat het kampioenschap eigenlijk al verkeken was. René Wijnen en Pieter Dubois bleven nog lang in de race voor het kampioenschap, maar zagen hun titelkansen op Spa in rook opgaan. Nol Köhler en Henk Haane bleven wel punten scoren en zijn door hun constante rijden de terechte kampioenen in de Supersport I-divisie.
 
De strijd om de titel in de Supersport II-divisie was een ware titanenstrijd tussen JR Motorsport en het team van Brax Racing. JR Motorsport had twee titelkandidaten binnen de gelederen, zijnde de jonge Bert van der Zweerde en de kampioen van 2008, Pieter van Soelen. Brax Racing had daarentegen een nieuw duo binnen het team. Milko Tas kreeg namelijk gezelschap van Bob Herber en besloten werd om samen met een Saker GT op het strijdtoneel te verschijnen. Bert van der Zweerde begon het seizoen voortvarend en scoorde in de eerste vier races drie overwinningen.
 
Tijdens de Pinksterraces ging het echter fout bij Van der Zweerde doordat hij met motorproblemen niet aan de finish kwam in de eerste race. Het overkwam Van der Zweerde vaker dit seizoen, want ook tijdens de Trophy of the Dunes en tijdens het Spa Racing Festival moest de jonge coureur met technische problemen voortijdig de race verlaten. Het duo Tas/Herber en Pieter van Soelen presteerden constanter en bleven daarom tot het einde van het seizoen in het kielzog van Van der Zweerde, waardoor de titelstrijd pas beslist werd in de laatste race van het seizoen. In een race waar Milko Tas en Bob Herber de overwinning pakten en Pieter van Soelen in leidende positie van de baan afschoot had Van der Zweerde aan een tweede positie genoeg om het kampioenschap veilig te stellen. 
 
Nik de Jong en Koen Bogaerts besloten voorafgaand aan dit seizoen om het via de Sport-divisie een stapje terug te doen. Het jonge duo debuteerde namelijk in 2007 met een Porsche 996 GT3 Cup in de Supersport I-divisie van de Dutch Supercar Challenge, maar ze konden hun potentie nooit ten volle laten zien omdat deze bolide net tekort kwam voor topklasseringen in deze divisie. De keuze viel in 2009 dan ook op de succesvolle BMW E36 M3 van JR Motorsport, waar Richard van den Bos in 2007 veel goede resultaten mee neerzette in de Sport-divisie.
 
Dat deze bolide nog niet versleten was werd door het jonge duo nog maar eens bewezen. Nik de Jong en Koen Bogaerts scoorden namelijk in totaal maar liefst negen overwinningen en werden daarmee al in het voorlaatste weekend van de Dutch Supercar Challenge kampioen. De voornaamste concurrentie kregen Bogaerts en De Jong van nieuwkomer Laurens de Wit, die met een BMW van het debuterende Downforce Motorsport mooie dingen liet zien.